De oudste vermelding van het woord 'toerist' in het Nederlands dateert uit 1839[1]. In 1937 wordt een toerist door de Volkenbond gedefinieerd als iemand die voor meer dan vierentwintig uur naar het buitenland op reis gaat. Het verschijnsel toerisme en de daaraan verbonden bedrijfstak zijn echter veel ouder.

Op basis van zijn beklimming van de Mont Ventoux stelde Francesco Petrarca in 1336 dat hij de eerste uitstapjes omwille van het uitzicht maakte sinds de oudheid. Ook Koning George III van Engeland wordt vaak als eerste toerist gezien, hij maakte regelmatig vakantie-uitstapjes naar de kustplaats Weymouth wanneer zijn gezondheid te wensen over liet. In de Bijbel zou het bezoek van de koningin van Sheba aan koning Salomo als toerisme kunnen worden beschouwd.

In de 18e eeuw werd het mode voor jonge aristocraten om een Europese toer te maken, vooral naar cultureel belangwekkende gebieden als Rome, Toscane, Florence, Napels en soms Griekenland. Dit gebeurde ter afronding van hun ontwikkeling en werd de Grand tour genoemd.

In de 19e eeuw ontwikkelt zich het verschijnsel van het gezondheidstoerisme. Welgestelden (deels aristocratisch, deels industrieel) ontvluchtten de door de opkomende industrieën ongezonde steden en zochten herstel in bergen, bij mineraalbronnen of aan zee.

In 1910 werd door een aantal welgestelde idealistische Nederlanders de Nederlandsche Reisvereniging (NRV) opgericht, met als doelstelling het toerisme voor de arbeider bereikbaar te maken. De eerste reis, georganiseerd in 1911, bezorgde vier loodgieters tegen betaling van 10 gulden per persoon een dagje Luik met een bezoek aan een zinkfabriek. Het moest immers wel pedagogisch verantwoord zijn. Het jaar erop gingen maar liefst 16 loodgieters, wederom onder begeleiding van Mr. M. J. van der Flier. Voor 1913 werden maar liefst 3 reizen georganiseerd, waarvoor ook andere arbeiders dan alleen loodgieters zich via hun vakvereniging konden opgeven.[2]

"Toerisme", zoals alle vormen van economische activiteit, ontstaat pas wanneer een aantal essentiële voorwaarden vervuld zijn. Er worden drie essentiële voorwaarden onderkend:

  1. Mensen die voldoende vrij besteedbaar inkomen hebben, geld dat aan andere doelen dan noodzakelijk levensonderhoud besteed kan worden;
  2. tijd om vrij te besteden;
  3. infrastructuur in de zin van accommodatie en transportmiddelen.

Hiernaast dient de gezondheid van het individu reizen toe te laten, en moet er een persoonlijke motivatie zijn om te reizen. Ook kennen of kenden een aantal landen beperkende voorwaarden aan (buitenlandse) reizen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb